Ondernemers willen duidelijkheid: welke partijen spreken hen nog aan in 2025?
Door Joyce van Vliet
Gewijzigd, 25 oktober 2025
De verkiezingen van 2025 komen eraan, maar onder ondernemers heerst vooral onzekerheid. Niet alleen over de economie, maar ook over het politieke landschap. Met het vertrek van Pieter Omtzigt uit de politiek is een belangrijke stem voor de ‘zakelijke middenkiezer’ weggevallen. De vraag is nu: waar kan de ondernemer nog terecht?
VVD: herkenbaar, maar met slijtplekken
De VVD blijft de logische keuze voor veel ondernemers en zzp’ers. De partij staat voor lage lasten, minder regels en vrijheid om te ondernemen. Toch is de glans er deels af: de afbouw van de zelfstandigenaftrek en de trage aanpak van de Wet DBA worden ook aan de liberalen toegeschreven.
Ondernemers waarderen de pragmatiek van de VVD, maar vragen zich af of de partij nog écht weet wat er speelt bij kleine bedrijven.
NSC: het gat dat Omtzigt achterliet
Het vertrek van Pieter Omtzigt in april 2025 liet een leegte achter bij zelfstandigen die hunkerden naar duidelijkheid en eerlijkheid. Zijn partij NSC zakt sindsdien in de peilingen, maar zijn thema’s leven voort.
Veel ondernemers herkennen zich in zijn boodschap: een overheid die de regels begrijpelijk maakt, zonder dat ondernemen voelt als balanceren op een juridische rand. De vraag is wie dat geluid nu overneemt — voorlopig lijkt geen partij dat vacuüm echt te vullen.
D66: modern, maar niet voor iedereen
Bij D66 vinden vooral jonge ondernemers gehoor. De partij wil een modern sociaal stelsel met bescherming voor zelfstandigen, maar ook meer gelijkheid in belasting tussen werknemers en zzp’ers.
D66 scoort bij digital natives, tech-ondernemers en freelancers die wél iets zien in een verplichte AOV, zolang er keuzevrijheid is. Klassieke zelfstandigen – in bouw, zorg of advies – haken juist af bij de regelzucht.
JA21 en PVV: vrijheid boven zekerheid
Aan de rechterkant van het spectrum is de boodschap helder. JA21 en de PVV profileren zich als partijen van de vrije ondernemer: geen verplichte verzekeringen, geen minimumtarief, en fiscale ruimte om te ondernemen.
Hun toon is direct en herkenbaar voor zelfstandigen die de overheid vooral als obstakel ervaren. De PVV wint terrein onder zzp’ers in sectoren met krappe marges en veel concurrentie, waar elke extra verplichting direct in de portemonnee voelbaar is.
GroenLinks–PvdA: sociale bescherming voor zelfstandigen
GroenLinks–PvdA ziet juist in de zelfstandige een kwetsbare werker die te weinig zekerheid heeft. De partij wil een verplichte AOV, een minimumtarief en een verdere afbouw van fiscale voordelen.
Dat maakt de combinatie populair bij sociaal bewuste ondernemers, maar minder bij degenen die hun vrijheid belangrijker vinden dan zekerheid.
CDA: een stille middenweg
Het CDA probeert balans te vinden tussen zekerheid en ondernemerschap. De partij pleit voor een betaalbare, collectieve AOV, bescherming tegen schijnzelfstandigheid en ruimte voor zelfstandigen die wél echt ondernemen.
Hun toon is gematigd, maar daardoor mist het vaak aan scherpte in het debat. Ondernemers waarderen de redelijkheid, maar niet de vaagheid.
Ondernemers zoeken rust, niet meer regels
Of ze nu zzp’er of mkb’er zijn, ondernemers lijken het erover eens: het politieke gesprek over ondernemerschap is te veel blijven hangen in symboliek.
Ze willen duidelijkheid over hun status, stabiliteit in belastingvoordelen, en vooral een regeerperiode zonder voortdurende wijzigingen in regelgeving.
“Ik wil niet minder belasting betalen,” zegt een freelance marketeer uit Utrecht.
“Ik wil gewoon dat het elk jaar hetzelfde blijft. Dan weet ik waar ik aan toe ben.”
Conclusie: de ondernemer is politiek dakloos
De klassieke ondernemerspartij bestaat niet meer. Waar de VVD stabiliteit biedt maar weinig vernieuwing, kiest links voor bescherming en rechts voor vrijheid – maar zonder plan voor de lange termijn.
Wat ondernemers vooral zoeken, is rust en voorspelbaarheid. En juist dat ontbreekt in de politiek van 2025.
Vind je deze informatie nuttig?
Dienst

